Menu

Recente ontwikkelingen rondom de vermogensaanwasbelasting

Aanvankelijk was het de bedoeling dat vanaf belastingjaar 2025 in box 3 belasting zou worden geheven over de werkelijk genoten reguliere inkomsten uit vermogen, zoals rente, huur, dividend en pacht, en over de (on)gerealiseerde waardeontwikkeling van vermogensbestanddelen. Inmiddels is duidelijk geworden dat de ingangsdatum van een nieuw box 3-stelsel is uitgesteld. In dit artikel informeren wij u over de recente ontwikkelingen rondom de vermogensaanwasbelasting.

Vermogensaanwasbelasting

Op 15 april 2022 heeft de Staatssecretaris van Financiën een contourenbrief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin de vermogensaanwasbelasting (box 3) verder is uitgewerkt. Uit deze contourenbrief volgde dat inkomsten en waardestijgingen belast zullen zijn. Dit betekent dat bij bank- en spaarproducten de rente-inkomsten belast zullen zijn. Bij beleggingen, financiële instrumenten en onroerende zaken zullen de reguliere inkomsten (zoals dividend, huur en pacht) zijn belast. Daarnaast werd duidelijk dat de intentie is dat waardeontwikkelingen (zoals koerswinst of -verlies en waardestijgingen of -dalingen) belast zullen zijn. In dit artikel vertelden wij u hier meer over.

In september 2022 werd duidelijk dat het niet haalbaar is om een nieuw stelsel reeds per belastingjaar 2025 in te voeren. Inmiddels is duidelijk geworden dat de introductie van een nieuw box 3-stelsel niet eerder mogelijk is dan per belastingjaar 2027.

Verfijning Overbruggingswetgeving (belastingjaren 2023 en verder)

Zolang geen nieuw box 3-stelsel is ingevoerd wordt box 3-belasting geheven op basis van Overbruggingswetgeving. In die tijdelijke wetgeving wordt – net als bij het rechtsherstel – alvast uitgegaan van de werkelijke verdeling van spaargeld en beleggingen (overige bezittingen) en van het werkelijke rendement daarop, in plaats van een fictieve verdeling. In dit artikel informeerden wij u hier verder over.

Onlangs heeft de Staatssecretaris in een Kamerbrief laten weten dat onderzocht wordt of een verfijning in de categorie ‘overige bezittingen’ mogelijk is. Het doel van de verfijning is dat de belastingheffing op basis van de Overbruggingswetgeving (nu al) beter gaat aansluiten bij een heffing op basis van werkelijk rendement. In de Kamerbrief worden onder andere de volgende mogelijkheden tot verfijning genoemd:

  • Aandelen in het vermogen van een reservefonds van VvE en geld op een derdenrekening van een notaris mogen in de categorie banktegoeden worden opgenomen;
  • In bepaalde gevallen mogen onderlinge vorderingen en schulden in box 3 worden gedefiscaliseerd en;
  • Voor vorderingen wordt een aparte categorie gecreëerd waarvoor een ander forfaitair rendementspercentage gaat gelden.

Het is nog onduidelijk of en wanneer een verfijning van de Overbruggingswetgeving wordt ingevoerd.  Wij houden de actuele ontwikkelingen in de gaten. Heeft u vragen over de wijzigingen in box 3 of vraagt u zich af wat de specifieke gevolgen zijn voor uw fiscale situatie? Vink Fiscale Advocatuur kijkt samen met u naar uw (of uw cliënt zijn) gehele fiscale positie. U kunt vrijblijvend contact met ons opnemen via de contactpagina.