Menu

Rekentool: compensatie box 3

Op 24 december 2021 deed de Hoge Raad uitspraak over de belastingheffing over vermogen in box 3. Op grond van deze uitspraak moet aan een grote groep belastingplichtigen rechtsherstel worden geboden. In dit artikel informeerden wij u over de uitwerking van het rechtsherstel (box 3) en het tijdspad voor het rechtsherstel.

Rechtsherstel voor belastingplichtigen die (tijdig) bezwaar hebben gemaakt

Wij lieten u weten dat belastingplichtigen die tijdig bezwaar hebben gemaakt voor de belastingjaren 2017 tot en met 2020 in aanmerking komen voor rechtsherstel. De Belastingdienst heeft aangegeven dat vóór 4 augustus 2022 de te veel betaalde vermogensrendementsheffing aan hen wordt terugbetaald.

Op 13 juli 2022 is door de Belastingdienst bekend gemaakt dat deze maand (juli 2022) aan bezwaarmakers een brief wordt gestuurd waarin staat of en op welke wijze zij herstel ontvangen. Uit berekeningen van de Belastingdienst blijkt dat ongeveer 60 % van de bezwaarmakers daadwerkelijk in aanmerking komt voor een teruggaaf.

Vanaf medio september zal ook herstel worden geboden aan belastingplichtigen van wie de aanslag IB/PVV voor de jaren 2017 tot en met 2020 niet onherroepelijk vaststond op 24 december 2021. Op Prinsjesdag (20 september 2022) wordt duidelijk of ook rechtsherstel wordt geboden aan belastingplichtigen die niet op tijd bezwaar hebben gemaakt.

Rekentool Belastingdienst

Met name belastingplichtigen met relatief veel liquide middelen (geld op de bank) komen in aanmerking voor een teruggaaf. Bezwaarmakers die veel beleggingen als bezitting in box 3 hebben komen in het algemeen niet in aanmerking voor een teruggaaf.

Of recht bestaat op een teruggaaf kan sinds 13 juli 2022 worden berekend met een door de Belastingdienst gepubliceerde online rekenhulp. Hierbij speelt de verdeling van spaargeld, beleggingen en schulden van een belastingplichtige een rol.

Geen recht op een teruggaaf?

Voor belastingplichtigen die geen recht hebben op een teruggaaf over de jaren 2017 tot en met 2020 betekent dit het volgende. Dat geen recht bestaat op een teruggaaf houdt verband met de verdeling van spaargeld, beleggingen en schulden in box 3 van deze belastingplichtigen.

Door de samenstelling van het box 3-vermogen is er een grote kans dat deze groep belastingplichtigen vanaf 1 januari 2023 te maken krijgt met een aanzienlijke box 3-heffing. Voor de belastingheffing in box 3 vanaf 1 januari 2013 heeft het kabinet vanaf namelijk gekozen voor een forfaitaire spaarvariant, overeenkomstig de uitwerking van het rechtsherstel. In dit artikel informeerden wij u hier verder over.

Voor deze groep belastingplichtigen is het zaak de actuele box 3 positie te beoordelen en indien nodig hierop nog dit jaar (2022) te anticiperen.  Vink Fiscale Advocatuur kijkt samen met u naar uw (of uw cliënt zijn) gehele fiscale positie. U kunt vrijblijvend contact met ons opnemen via de contactpagina.