Menu

Mogelijk recht op toepassing forfaitaire spaarvariant (box 3)? Kom tijdig in bezwaar tegen de definitieve aanslag IB!

De Belastingdienst is aangevangen met het opleggen van de definitieve aanslagen Inkomstenbelasting over het belastingjaar 2021. Vanaf medio september wordt vervolgens gestart met het opleggen van aanslagen over de belastingjaren 2017 tot en met 2020 voor zover die nog niet waren vastgesteld. Vanwege de uitwerking van het rechtsherstel is het opleggen van deze aanslagen vanaf begin dit jaar door de Belastingdienst aangehouden.

Brief Belastingdienst rechtsherstel

Voor belastingplichtigen die nog geen definitieve aanslag opgelegd hebben gekregen over één van de voornoemde belastingjaren (2017, 2018, 2019 en 2020) kan het zijn dat het box 3-inkomen, op basis van de forfaitaire spaarvariant, lager zal worden vastgesteld dan aangegeven. In dit artikel vertelden wij u hier meer over.

De Belastingdienst maakt zelf een nieuwe berekening van het voordeel uit sparen en beleggen. Op basis hiervan stelt de Belastingdienst de definitieve aanslag Inkomstenbelasting vast.

Toedeling heffingsgrondslag

Voor de toepassing van de berekening van het box 3-inkomen is voor belastingplichtigen met een fiscaal partner door de Belastingdienst gekozen om aan te sluiten bij de door belastingplichtigen in de (eerder ingediende) aangiften Inkomstenbelasting gekozen verdeling van de heffingsgrondslag.

Echter, als u recht heeft op toepassing van de forfaitaire spaarvariant en een fiscaal partner heeft doet u er goed aan te controleren of een andere verdeling van de heffingsgrondslag voor u niet voordeliger is. Hieronder leggen wij dit uit.

Gunstige verdeling bij wettelijke box 3-systeem

Bij het indienen van de aangiften Inkomstenbelasting kozen veel fiscaal partners ervoor om de heffingsgrondslag in box 3 in een verhouding 50/50 te verdelen. Op die manier maakten beiden belastingplichtigen (volledig) gebruik van de laagste box 3-schrijven.

Gunstige verdeling bij forfaitaire spaarvariant

De eerder gekozen (50/50) verhouding hoeft voor het berekenen van het box 3-inkomen op basis van de forfaitaire spaarvariant niet (meer) de meest voordelige verdeling te zijn. Juist omdat per belastingplichtige wordt gekeken wie in aanmerking komt voor rechtsherstel kan het voordelig(er) zijn de ene partner te laten kiezen voor het wettelijke systeem en de andere partner te laten kiezen voor de forfaitaire spaarvariant. Door de Belastingdienst is hier een voorbeeld van gegeven in het door haar gepubliceerde stappenplan voor rechtsherstel.

Vraagt u zich af wat de gevolgen zijn voor uw fiscale positie? U kunt vrijblijvend contact met Vink Fiscale Advocatuur opnemen.