Menu

Kanttekeningen bij vermogensaanwasbelasting (box 3)

In dit artikel informeerden wij u over de plannen van het kabinet om het nieuwe box3-stelsel per 2025 vorm te geven als een vermogensaanwasbelasting. Het idee is dat met de invoer van een vermogensaanwasbelasting beter wordt aangesloten bij de draagkracht van de burger. In dit artikel gaan wij nader in op de voorgenomen vermogensaanwasbelasting (box 3).

Vermogensaanwasbelasting in het verleden

Nederland heeft in het verleden al heffingen gekend met het karakter van een vermogensaanwasbelasting. Na de Eerste Wereldoorlog heeft de Nederlandse regering een Oorlogswinstbelasting in het leven heeft geroepen. Het doel van deze heffing was de oorlogswinsten die ontstonden tijdens de Eerste Wereldoorlog te belasten.

Vlak na de Tweede Wereldoorlog introduceerde de Nederlandse regering opnieuw een vermogensaanwasbelasting. Toename van vermogen van personen of bedrijven werd met de invoering van de vermogensaanwasbelasting belast tegen een tarief tussen 4 % en 20 %.

De heffingen destijds hadden een calamiteitenachtergrond. De maatschappelijke consensus was dat daar waar de Nederlandse regering werd geconfronteerd met overheidstekorten door de oorlog, zij die vermogen hadden een extra bijdrage dienden te leveren.

Liquiditeitsprobleem

De staatssecretaris heeft uitdrukkelijk benoemd dat de voorgenomen vermogensaanwasbelasting een liquiditeitsprobleem met zich mee kan brengen. Vermogensaanwas die nog niet gerealiseerd is wordt wèl belast. Dit kan zich voordoen bij een waardestijging van aandelen, waarbij een belastingplichtige de waardestijging nog niet te gelde heeft gemaakt door verkoop. Een ander voorbeeld is een tweede woning in box 3 die wel in waarde stijgt maar nog niet wordt verkocht. Vooralsnog heeft de staatssecretaris aangegeven dat in de verdere uitwerking stil zal worden gestaan bij het mogelijke liquiditeitsprobleem.

Dit probleem deed zich ook al voor bij de eerdere vermogensaanwasbelastingen. In de literatuur is geopperd dat deze ‘bijkomstigheid’ destijds werd geaccepteerd omdat de gedachte was dat deze heffing nodig werd geacht ten behoeve van de wederopbouw van Nederland na de oorlog.

Administratieplicht

Naast het liquiditeitsprobleem is door de staatssecretaris nog een ander nadeel van de vermogensaanwasbelasting benoemd. Belastingplichtigen zullen jaarlijks de waarde van de diverse vermogensbestandsdelen in box 3 moeten bepalen en de stortingen en onttrekkingen moeten bijhouden om de vermogensaanwas te kunnen bepalen. Het nieuwe stelsel legt daarmee in feite een administratieplicht op voor belastingplichtigen met vermogen in box 3. Er zal nog moeten worden uitgewerkt hoe omgegaan wordt met investerings- onderhouds- en financieringskosten.

Bij de eerdere vermogensaanwasbelastingen werd ook al een administratieplicht aan belastingplichtigen opgelegd. Deze last werd destijds zoveel mogelijk verlicht door waardeficties in aanmerking te nemen. Daarnaast werden in de wetgeving bepalingen over de bewijslastverdeling opgenomen. Zo kon de waardestijging van een onroerende zaak van een natuurlijk persoon niet hoger worden gesteld dan 20% van de oorspronkelijke waarde.

Vrijgestelde bezittingen

Door de staatssecretaris is opgemerkt dat onder het huidige box 3 stelsel een aantal bezittingen zijn vrijgesteld. Het gaat bijvoorbeeld om natuurterreinen, groene beleggingen en bepaalde kapitaalverzekeringen. Op dit moment is het idee dat de huidige vrijstellingen zullen worden gehandhaafd, tenzij de overgang naar werkelijk rendement aanleiding geeft om een vrijstelling anders vorm te geven of af te schaffen.

U kunt al dit jaar (2022) op de aankomende wetswijzigingen anticiperen. Vink Fiscale Advocatuur kijkt samen met u naar uw (of uw cliënt zijn) gehele fiscale positie. U kunt vrijblijvend contact met ons opnemen via de contactpagina.