Inzagerecht in het (boete)dossier van de Belastingdienst
Indien een belastingplichtige het niet eens is met een belastingaanslag of (boete)beschikking van de Belastingdienst kan hij daartegen bezwaar maken. In de bezwaarprocedure bestaat recht op inzage in alle stukken van de Belastingdienst die op de zaak betrekking hebben. Als een boete is opgelegd dient door de Belastingdienst op verzoek van de belastingplichtige al eerder inzage te worden verleend in het boetedossier. Naar aanleiding van een recent WOB-verzoek vertellen wij u hier meer over.
Inzagerecht
Het inzagerecht is één van de fundamentele waarborgen van een fiscale procedure. Door gebruik te maken van het inzagerecht kan een belastingplichtige zien op basis van welke gegevens de Belastingdienst een aanslag of boete heeft opgelegd. De stukken uit het dossier van de Belastingdienst kunnen de belastingplichtige helpen bij zijn verweer tegen de aanslag en/of de boete.
Handreiking inzake boetedossier
Als het gaat om een boete kan een belastingplichtige al vanaf het moment dat het voornemen tot het opleggen van een boete aan hem kenbaar is gemaakt inzage verlangen in het boetedossier. Naar aanleiding van een WOB- (nu: WOO-) verzoek heeft de Staatssecretaris van Financiën de Handreiking inzage boetedossier openbaar gemaakt.
In de Handreiking worden het inzagerecht en algemene regels over het controledossier en het boetedossier behandeld. Daarnaast zijn in de Handreiking richtlijnen voor de Belastingdienst opgenomen voor het boetedossier.
Reikwijdte inzagerecht
Op basis van het inzagerecht moet de Belastingdienst alle stukken die een rol hebben gespeeld bij de boete-oplegging ter inzage leggen. Dit kunnen bescheiden zijn die een belastingplichtige niet verder helpen bij zijn verweer, maar het kunnen ook juist bescheiden zijn die het verweer van een belastingplichtige sterker maken:
‘Het inzagerecht betreft die bescheiden waarop het voornemen tot het opleggen van de boete berust. Gegevens die in het voordeel van belanghebbende werken moeten ter inzage worden verstrekt. Dat kunnen bijvoorbeeld ontlastende verklaringen van derden zijn.’
Door gebruik te maken van het inzagerecht kan een belastingplichtige dus de beschikking krijgen over stukken die hem niet bekend waren. Dat de Belastingdienst niet alle stukken hoeft over te leggen blijkt uit de volgende paragraaf uit de Handreiking:
‘Indien een gegeven aanleiding is geweest om een nader onderzoek in te stellen en dat nadere onderzoek heeft geresulteerd in bevindingen die aanleiding zijn geweest om een boete op te leggen, dan hoeft het gegeven dat aanleiding is geweest voor het instellen van het onderzoek niet te worden verstrekt. Bijvoorbeeld een (anonieme) klikbrief.’
Verbetering procespositie
Door inzage in het boetedossier kan een belastingplichtige toegang krijgen tot belangrijke verweermiddelen. Dit kan hem in een betere procespositie brengen. Hoewel fiscale procedures niet gebonden zijn aan verplichte procesvertegenwoordiging (door een advocaat) is de kennis van een fiscaal advocaat onontbeerlijk bij het voeren van een procedure tegen een boete. De advocaten van Vink Fiscale Advocatuur helpen u graag verder. U kunt vrijblijvend contact opnemen via ons contactformulier.