Menu

Bom onder box 3 heffing: Advocaat-Generaal Niessen concludeert dat box 3 heffing in strijd is met internationale verdragen

In dit artikel informeerden wij u over de huidige box 3 heffing. Vanaf 1 januari 2017 is de heffing in box 3 gebaseerd op een schijvenstelsel, waarbij elke schijf een vermogensmix kent tussen spaargeld en beleggingen. Eerder dit jaar concludeerde Advocaat-Generaal Wattel bij de Hoge Raad al dat deze heffing discriminerend is. Op 1 november 2021 heeft Advocaat-Generaal Niessen geconcludeerd dat heffing waarbij wordt uitgegaan van een vermogensmix in strijd is met internationaal verdragsrecht.

Procedure Hoge Raad

In de procedure die nu voorligt bij de Hoge Raad bezat een belastingplichtige in 2017 een vermogen van circa € 1.000.000 dat voor circa 80% bestond uit spaargeld. Belastingplichtigen worden niet aangeslagen op basis van de werkelijke verdeling van hun vermogen over spaargeld en andere beleggingen. Volgens het schijvenstelsel werd deze belastingplichtige verondersteld voor slechts 21% van zijn vermogen spaargeld aan te houden en het overige als belegging aan te houden. In 2017 ging de Belastingdienst uit van een rendement over het spaardeel van 1,63% en een rendement over het beleggingsdeel van 5,39%.

Heffing in strijd met EVRM

Advocaat-Generaal Niessen neemt in zijn conclusie van 1 november 2021 het standpunt in dat deze regeling geen rekening houdt met de eigen keuze van de belastingplichtige voor de belegging van zijn vermogen waardoor ongelijkheid optreedt in de belastingheffing. Naar zijn oordeel is de heffing in strijd met het recht van eigendom (art. 1 Eerste Protocol EVRM) en het gelijkheidsbeginsel (art. 14 EVRM).

De eerdere conclusie van Advocaat-Generaal Wattel, en de jurisprudentie daaropvolgend, heeft er niet toe geleid dat het rechtstekort van de box 3 heffing door de rechter zelf werd opgelost. Tot nu toe liet de Hoge Raad het aan de wetgever over om de vermogensrendementsheffing te repareren en stelde zich op het standpunt dat de rechter alleen mag ingrijpen in individuele, schrijnende gevallen.

Advocaat-Generaal: Reparatie rechtstekort door rechterlijke macht

Advocaat-Generaal Niessen gaat nu een stap verder. De Advocaat-Generaal schrijft in zijn conclusie dat de rechter kan en moet voorzien in het hierdoor ontstane rechtstekort omdat bepalingen die in strijd zijn met het EVRM op grond van artikel 94 van de Grondwet niet mogen worden toegepast. De Advocaat-Generaal adviseert de Hoge Raad om de zaak te verwijzen naar een rechtbank, waarbij het aan de rechtbank is om het rechtstekort op te heffen. Dat zou betekenen dat de rechtbank een uitspraak moet doen waarbij het spaardeel (ca. 80%) van belastingplichtige wordt belast tegen het rendement van 1,63% (2017) en het beleggingsdeel (ca. 20%) wordt belast tegen het rendement van 5,39% (2017).

Het is nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak doet maar vanzelfsprekend houden wij u op de hoogte!

Wij verwachten dat de uitspraak en een wijziging van box 3 heffing nog even op zich laat wachten. Dat betekent niet dat u op dit moment niet al actie kunt ondernemen om nu al minder box 3 belasting te betalen. In dit artikel leest u dat de Belastingdienst uitgaat van een rendement over het spaardeel van 0,03% (2021) en een rendement over het beleggingsdeel van 5,69% (2021). U kunt vrijblijvend contact met ons opnemen om uw fiscale positie te bespreken.