Nieuwe EU-richtlijn: Gegevensuitwisseling met betrekking tot cryptovermogen
Veel mensen beleggen tegenwoordig in cryptovaluta. Het als particuliere belegger beleggen in cryptovaluta kan worden vergeleken met het beleggen in opties en aandelen. Het vermogen dat u opbouwt met cryptovaluta wordt over het algemeen belast in box 3 van de inkomstenbelasting.
Een bekend kenmerk van cryptovaluta is dat de handel hierin anoniem is in de zin dat in beginsel niet te herleiden is welke persoon achter de handel hiervan schuilt. Omdat het cryptovermogen in beginsel niet is te herleiden tot een belastingplichtige, ook niet door de Belastingdienst, schuilt hierin het misverstand dat het cryptovermogen helemaal niet belast is en daardoor niet hoeft te worden aangegeven in de aangifte inkomstenbelasting. In uw aangifte inkomstenbelasting dient u echter al uw bezittingen en schulden aan te geven. Dit staat los van de vraag of deze vermogensbestandsdelen wel of niet te herleiden zijn tot u als eigenaar van deze vermogensbestanddelen.
Daarnaast zal waarschijnlijk later dit jaar een nieuwe EU-richtlijn (DAC8) worden ingevoerd, waardoor de Belastingdienst de mogelijkheid krijgt om gegevens over cryptovaluta op te vragen. Het is nog onduidelijk wat de precieze reikwijdte van deze EU-richtlijn zal zijn, maar een van de nieuwe mogelijkheden voor de Belastingdienst is dat zij op basis van deze nieuwe EU-richtlijn bij cryptobedrijven in de boekhouding mogen meekijken om zicht te krijgen op cryptovermogens. Op zichzelf roept dit niet een nieuwe verplichting voor de cryptobedrijven in het leven, omdat cryptobedrijven op grond van de anti-witwaswetgeving nu ook al verplicht zijn om bij te houden wie hun klanten zijn en hoeveel vermogen zij hebben.
Indien de Belastingdienst door middel van deze gegevensuitwisseling een belastingplichtige met verzwegen cryptovermogen op het spoor is, kan de Belastingdienst tot ten minste vijf jaar terug in de tijd navorderen. De belasting die bij aangifte verschuldigd zou zijn geweest dient dan alsnog te worden voldaan en de Belastingdienst is bevoegd om de belastingplichtige een vergrijpboete op te leggen die kan oplopen tot 300% van de verschuldigde belasting.
Mocht u cryptovermogen bezitten en heeft u dit vermogen – al dan niet opzettelijk – niet aangegeven in uw aangifte inkomstenbelasting, dan is het aan te raden om dit cryptovermogen alsnog te melden bij de Belastingdienst. U kunt voor cryptovermogen dat in box 3 valt geen gebruik meer maken van de inkeerregeling, maar het vrijwillig melden van uw cryptovermogen zal wel leiden tot een lagere vergrijpboete en zo voorkomt u wellicht strafvervolging. Lees hier verder voor meer informatie over de inkeerregeling en de vrijwillige verbetering.
Heeft u cryptovermogen in uw bezit en heeft u behoefte aan advies wat te doen? Neem dan vrijblijvend contact op met Vink Fiscale Advocatuur. U bent bij onze advocaten verzekerd van geheimhouding, waardoor u in alle vrijheid en vertrouwelijkheid met ons kunt overleggen.
