Menu

Fiscale boetes: gronden voor matiging en vernietiging

Afgelopen zomer vernietigde het Hof Arnhem-Leeuwarden vergrijpboetes die waren opgelegd aan een dementerende belastingplichtige. In dit artikel vertellen wij u meer over bijzondere gronden die kunnen leiden tot het matigen of vernietigen van een boete.

Uitspraak Hof Arnhem-Leeuwarden

In de zaak van Hof Arnhem-Leeuwarden hield een Nederlandse ingezetene vermogen aan op een Zwitserse bankrekening. Dit vermogen was niet aangegeven in de aangiften Inkomstenbelasting. De inspecteur kwam hierachter en legde over meerdere jaren navorderingsaanslagen met vergrijpboetes op. Ten tijde van het opleggen van de aanslagen en boetes was de belastingplichtige opgenomen in een verzorgingstehuis vanwege dementie.

In de procedure in hoger beroep werd de belastingplichtige bijgestaan door een gemachtigde. Hof Arnhem-Leeuwarden vernietigde de boetes omdat het hof meende dat de belastingplichtige niet in staat was om te begrijpen dat zij werd berecht en ook niet in staat was om zich tegen de vervolging te verweren. Het hof meende derhalve dat handhaving van de vergrijpboetes zou leiden tot een schending van het recht op een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM.

Eerdere jurisprudentie

De uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden is vernieuwend omdat er tot op heden weinig jurisprudentie is waarin de (geestes)gesteldheid van een belastingplichtige leidde tot volledige vernietiging van een boete. Er is wel jurisprudentie waarin de (geestes)gesteldheid van een belastingplichtige leidde tot vermindering van de boete.

Een voorbeeld is de uitspraak van Rechtbank Gelderland van 10 september 2015 waarin de hogere leeftijd en opname in een verpleeghuis reden waren om een boete vergaand te matigen. Een ander voorbeeld is te vinden in een oudere uitspraak van Rechtbank Leeuwarden uit 2008. In deze zaak had een belastingplichtige tijdens zijn diensttijd een posttraumatische stressstoornis opgelopen. De belastingplichtige had inkomsten uit nevenwerkzaamheden niet in zijn aangifte opgenomen. De inspecteur kwam hierachter en legde een navorderingsaanslag met een vergrijpboete op. De rechtbank meende dat vanwege zijn psychische gesteldheid geen opzet bij de belastingplichtige aanwezig was en verminderde de opgelegde boete.

Beleid Belastingdienst

In 2020 is het Memo ‘Aandachtspunten projecten Vermogen in het Buitenland’ bekend geworden middels een WOB-verzoek. Uit dit Memo van de Belastingdienst volgt dat de Belastingdienst zelf ook interne richtlijnen heeft voorgeschreven om te bepalen of een boete kan worden vernietigd dan wel gematigd in verband met de fysieke of mentale gesteldheid van een belastingplichtige. Een eenduidig beleid volgt hier niet uit. De Belastingdienst erkent dat het bepalen van de hoogte van de boete maatwerk is.

Is aan u een (bestuurlijke) boete opgelegd en bent u benieuwd of in uw zaak aanleiding bestaat tot vernietiging of matiging van de boete? Wij denken graag met u mee. Neem contact op met Vink Fiscale Advocatuur via het contactformulier.